Mijn werk betekent veel voor mij maar blijkt in deze tijd van ondergeschikte beroepsorde. Wat is mijn identiteit zonder mijn werk’? En ben ik wel datgene waarmee ik me identificeer? Nu ik geen relevante bijdrage kan leveren aan de situatie wordt mij duidelijk dat mijn identiteit ogenschijnlijk samenvalt met mijn werk. Klopt dat wel?
Om in deze tijden onderscheid te maken tussen vitale beroepen en ‘overige’ beroepen is heel goed. Het is best gek dat het gros van die mensen die het hardst geroepen hebben voor een beter salaris in die vitale sectoren zitten. Door de nieuwe situatie is maar weer bewezen waar het echt om draait: gezondheid, aandacht, dagbesteding en het prikkelen van lerend en creatief vermogen.
Er zit natuurlijk ook een legertje van mensen in de zakelijke dienstverlening, horeca- en culturele branche gewoon thuis. Personen zoals ik die niet behoren tot dat vitale beroep. Jammer. In de eerste twee weken van de’ intelligente afsluiting’ jeukten mijn handen: ik wilde bijdragen! Het was geen toeval dat vele (oud-) zorgmedewerkers zich spontaan aanmeldden bij ziekenhuizen. Er leek een collectief gevoelen om ook te participeren in de oplossing.
Gaandeweg kwam bij mij het besef dat werken in de zorg geen optie is en dat ik maar van betekenis moet zijn in mijn eigen kring. Dat werd wat mantelzorg, telefoneren met mensen, een kaartje sturen en vriendelijk glimlachen naar onbekende anderen. Is dit wat ik moet doen? Het bracht mij tot de actuele vraag: ‘welke bijdrage heb ik (nog) als ik niet mijn betekenisvolle werk kan doen?’.
Ik identificeer me blijkbaar met mijn werk en wel zo dat als ik het niet meer kan doen, er gerommeld wordt aan de wortels van mijn wezen. Wie ben ik? De oosterse filosofie hanteert hier de afpel-methode. Ben ik mijn objectiveerbare wapenfeiten (CV, bankrekening ed)? Ben ik mijn uiterlijk? Ben ik mijn gedachten, vaardigheden en gevoelens? Nee! Al deze zaken HEB ik maar ik BEN het niet. Als ik dat allemaal niet ben, wat ben ik dan nog wel? Precies deze vraag is NU heel relevant.
De huidige situatie dwingt de hele wereld om de oude orde mentaal los te laten. Dwingender dan ooit wordt ons opgelegd om afstand te nemen van alle mechanismen waarop wij onze eigen veilige wereld hebben opgebouwd. De onontkoombaarheid levert openheid op voor wat zich nu aandient. Ramses Shaffy* zong treffend, ‘de wereld heeft mij failliet verklaard …je moet weer lachen, ik je moet weer spelen, je moet weer geven en beleven…’.
We krijgen de vrijheid om het leven opnieuw in te richten. Ons open te stellen voor de dingen die spontaan en niet altijd makkelijk komen gaan. Willen wat je krijgt, en niet, krijgen wat je wilt. Vertrouwen houden in mensen en de veerkracht hebben om juist nu elkaar nog meer nabij te zijn. De bijdrage die nagenoeg iedereen momenteel levert is de onderlinge betrokkenheid, de liefde, intenser gestalte te geven. Dit is en zal altijd de grootste, meest vruchtbare bijdrage van elk mens zijn, ook in Corona tijden.
Hieronder het treffende lied van Ramses Shaffy in de Corona tijden.
*Lied ‘Zonder bagage’ Ramses Shaffy
De wereld heeft mij failliet verklaard
Ik heb me nog nooit zo goed en licht gevoeld als nu
Ik heb me nog nooit zo schoon en bevrijd gevoeld als nu
Weg met de kroegen, weg gezuip
Weg zijn de katers, dronken flaters
Glazige morgens en zorgen, niet te betalen
De wereld heeft mij failliet verklaard
Het is een verbazingwekkend lot waar men mij mee stoorde
Een verbazingwekkend slot van wat eens bij mij behoorde
Geen parasieten, geen gevlei
Geen gestroop meer, geen gevrij
Geen gelik meer, ’t is voorbij
Niets meer te halen
De wereld heeft mij failliet verklaard
Het is een geschenk van God en niet van de maatschappij
Het is een geschenk van God en dit is wat ie zei:
Je moet weer werken, je moet weer zingen
Je moet weer lachen, je moet weer spelen
Je moet weer geven en beleven
Je moet weer stralen
De weg is vrij
De weg is open
De weg is mateloos van mij
Zonder bagage
Kan ik weer lopen
Want ik ben nu vogelvrij
De wereld heeft mij failliet verklaard
Ik ben ontstegen aan het groot krakeel
Ik ben ontstegen aan het maffe oordeel
Ik heb niets meer te verliezen
Ik heb alleen te winnen
Te beminnen
Te beginnen
Ik ben niet meer te achterhalen