Het moet wel zakelijk blijven’. Deze zin wordt vaak aangehaald in allerlei werkgesprekken, overleggen en bijeenkomsten. Wat denk jij als lezer ervan als je dit hoort? Wat ik wel heb gedacht is, ‘oeps, ik moet snel weer over tot the facts & figures, anders denken ze dat het over irrelevante zaken gaat. En erger nog, anders ben ik irrelevant. Gauw over tot de concrete realiteit’.
De reflex om vooral niet zweverig te zijn, ken ik maar al te goed. De voorkeur geven aan een planmatige rationele aanpak waar persoonlijke gesprekken de lucht sneller hadden geklaard. Want hoeveel beloftes moeten nog worden gebroken? Hoeveel actierondes en teleurstellingen moeten we nog krijgen, alvorens we het persoonlijke gesprek aangaan?
Een collega vertelde me dat zij (econoom en financieel planner) was uitgenodigd een verhaal te houden voor een groep van voornamelijk mannen over haar werk. Zij vertelde over het belang en de betekenis van de zachte kant in de werksituaties en dat aandacht hiervoor relevant is om situaties te verkopen. Na afloop spoedde de persoon die haar geïntroduceerd had in deze groep naar haar toe met de mededeling ‘waarom heb je niet gezegd dat je gestudeerd hebt en dat je vooral bedrijfsmatig bezig bent?’. Kennelijk wint het zachte verhaal alleen dan aan kracht (of niet) als er eerst een ferme basis is van no-nonsense, zakelijke bewijzen.
Zo ontdekte Brené Brown (onderzoeksprofessor maatschappelijk werk aan de universiteit Houston, zie ook onder) dat na haar waanzinnig succes over haar studie naar- en Ted Talk over kwetsbaarheid zij veel werd uitgenodigd door grote multinationals om te komen praten. Waarover dan? Deze bedrijven wilden graag met haar in gesprek over innovatie en creativiteit. Maar, zo werd haar door een aantal bedrijven aangegeven, ‘laat dat kwetsbaarheidstuk maar zitten, dat hoeven we niet’. En dat is kras als je bedenkt dat haar werk laat zien dat kwetsbaarheid de motor is van innovatie en creativiteit.
Maar gelukkig er staat iets te gebeuren! Waar het systeem en de procedure leidend is, het verstand de maat aangeeft, de mens uit de procedure lijkt te worden gedrukt, de bedoeling ver te zoeken is, is er nu een verandering van tijdperk op komst! Juist in de werkomgeving. Het wordt weer belangrijk: het persoonlijke, ‘t meest eigene: de menselijke maat der dingen. Het is aan een comeback bezig.
Onlangs zag ik een advertentie van een groot advieskantoor. Ze herstellen voor jouw organisatie het onderlinge gesprek en het vertrouwen in samenwerking. Het is diezelfde club die jarenlang de effectiviteit- en efficiëntie systemen heeft gepredikt in modellen, methoden en canvassen. En zelfs zij slaan nu die andere weg in.
En ojee, dan komen we op het terrein dat we in de zakelijke context niet graag of makkelijk betreden. Het niet zakelijke, ’t irrationele; het wordt soft! En dat wordt lastig. Waarom?!
- We krijgen geleerd dat we privé en zakelijk moeten scheiden.
Het persoonlijke speelt toch geen rol in het werk? Of mag geen rol spelen in het werk. Want dat is een brevet van onvermogen. Wat thuis en/of in jezelf speelt dat loopt TOT je werk en daarna, in je werk, ben je je professionele zelf. En dat is natuurlijk niet waar. Juist omdat je bent wie je bent, doe je het werk zoals je doet. Je eigen hebbelijkheden en onhebbelijkheden tikken in alles mee. Juist ook in je werk!
- We kennen onszelf (nagenoeg) niet.
Ook al wordt gezegd, ‘ik ken mezelf heel goed’, vaak is de reflectie op het eigen gedrag niet altijd voldoende aanwezig. Velen hebben geen idee dat wie je bent of dat wat je doet een rol speelt in werkrelaties. Achter de woorden ‘ik ben professioneel’ lijkt schuil te gaan dat het persoonlijke irrelevant geworden is. Het is haast niet voorstelbaar. Er zijn nog genoeg mensen die geen weet hebben wat ze bewerkstelligen bij anderen, laat staan dat ze weten hoe het eigen gedrag te beïnvloeden.
- Er is (nog steeds) schroom om over jezelf en je kwetsbaarheden te spreken.
Ik moet open zijn over wat ik moeilijk vind, wat iets met mij doet, hoe ik iets echt vind (we zitten hier toch niet in therapie?!). Het lijkt onoverkomelijk. Toch blijkt dat spreken over deze zaken voorwaarde is voor een gezond en gebalanceerd (werk-)leven. Dit toont ook de studie aan van Brené Brown beschreven in haar boek ‘the gifts of imperfection’.
De kern van dit blog is dit:
- Ongewenste werksituaties zijn steeds minder op te lossen door onze -favoriete- rationele aanpak. Wie ik ben, wat ik denk, wat ik voel, resoneert in mijn manier van werken. Als we duurzame oplossingen willen, is blijvend gesprek hierover noodzakelijk. Het is dus beide van belang in werk: over ‘t zakelijke EN ‘t persoonlijke te spreken.
- We kunnen weerstand ontmoeten als we expliciet het persoonlijke domein betreden. Het credo ‘privé en zakelijk moeten we gescheiden houden’, heeft nooit gewerkt omdat het niet kan. De persoonlijkheid en de persoonlijke rolopvatting in de werkpraktijk is altijd bepalend geweest in het eigen functioneren (kan je een golf scheiden van de zee?) maar dat wordt gek genoeg door velen nog niet zo ervaren.
Om het oplossingspotentieel van organisaties te vergroten, MOETEN we (ook) het persoonlijke domein gaan betreden. Als je deze blog tot hiertoe hebt gelezen, wil ik je vragen om ook een ‘AMBASSADEUR van SOFT’ te worden. SOFT is hier de geuzenaam voor het persoonlijke, het irrationele, dat wat er ook en vooral toe doet in samenwerking. Dus als iemand jou vraagt: ‘laten we het zakelijk houden’, dan zeg jij: ‘ik wil juist over het persoonlijke praten want dat is hier ook nodig. Ik ben een AMBASSADEUR van SOFT!’.
In mijn vorige blog ‘Let’s talk SOFT’ sprak ik er al over. Ik kreeg er veel positieve respons op, wat mij weer aanspoorde tot deze blog. Ik kreeg ook de reactie, je moet dat niet SOFT noemen want dat labelt ‘t negatief. SOFT is voor mij de geuzennaam. Met SOFT weet iedereen wat ermee bedoeld wordt. Daarnaast zou ‘Laten we zacht praten’ niet de juiste boodschap overbrengen.